De middelen die op de lijst Regeling uitzondering bestrijdingsmiddelen (RUB-lijst) stonden, vallen inmiddels onder de Europese wetgeving. Aanvragers konden RUB-middelen die ze op de markt wilden houden tussen 1 januari 2018 en 15 februari 2018 aanmelden bij het Ctgb College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden ).

Op 1 juli 2020 heeft het Ctgb een aangepaste RUB-lijst met aangemelde middelen gepubliceerd. De in 2018 aangemelde RUB-middelen  waarvoor geen dossier is ingediend, zijn van de lijst gehaald. Deze middelen krijgen een aflevertermijn tot 1 oktober 2020 en een opgebruiktermijn tot 1 januari 2021.

Europese harmonisatie

Sinds de Bestrijdingsmiddelenwet van 1962 in werking trad, bestond de uitzondering om naar inschatting minder schadelijke middelen (zowel gewasbeschermingsmiddelen als biociden) zonder reguliere toelating via de zogenaamde Regeling uitzondering bestrijdingsmiddelen (RUB) toe te laten. Stoffen, middelen en toepassingen die op deze RUB-lijst staan, hebben geen of slechts een beperkte risicobeoordeling ondergaan.

Nadat in 2011 de gewasbeschermingsverordening in werking trad en in 2013 de biocidenverordening, voldoet de RUB niet meer aan de Europese regelgeving. Immers, om gewasbeschermingsmiddelen en biociden op de markt te kunnen brengen moet, conform EU Europese unie (Europese unie)-richtlijnen, een risicobeoordeling worden uitgevoerd. Daarom is afgesproken dat voor RUB-middelen geldt dat ze óf op basis van de Europese verordening worden toegelaten, óf van de markt verdwijnen.

Op de Ctgb-website vindt u meer informatie over het traject, het aanmelden en de tarieven voor de beoordeling.