In juli 2021 zijn op drie binnenvaartschepen gevaarlijke situaties ontstaan vanwege hoge concentraties fosfine. Nederland heeft de bevoegde autoriteiten voor biociden en gewasbeschermingsmiddelen geïnformeerd via hun Europese vergaderingen en pleit voor het ondernemen van stappen om incidenten te voorkomen.
De ministeries van LNV (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) en IenW (Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat) en het Ctgb (College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden) hebben de Europese Commissie geïnformeerd (brief, agendastuk CA meeting) over de incidenten met fosfine bij transport en overslag van graan en andere producten. Het fosfine komt vrij bij gebruik van toegelaten middelen op basis van aluminiumfosfide (PT14 en PT18) en magnesiumfosfide (PT 18). Het onderwerp is besproken in de vergadering van bevoegde autoriteiten voor biociden (CA meeting) en het permanent comité voor planten, dieren, voeding en voegsel (SCoPAFF).
Andere lidstaten steunen Nederland. België, Frankrijk, Spanje en Duitsland hebben vergelijkbare incidenten gemeld. Duitsland heeft voorgesteld risico's te minimaliseren door de Verordeningen bij het Europees Verdrag inzake het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren (ADN) aan te passen. Dit voorstel wordt door Nederland gesteund. Nederland stelt ook dat de restricties bij de toelatingen als gewasbeschermingsmiddel en biocide herzien moeten worden. Het Ctgb ontwikkelt momenteel nieuwe restricties voor beide toelatingskaders. De Europese Commissie heeft voorgesteld het onderwerp in het Comité voor biociden (BPC) te bespreken zodat dit aandacht krijgt bij de lopende herziening van de Europese stofgoedkeuring. In een brief van LNV (mede ondertekend door IenW en Ctgb) laat het ministerie weten dat een onderzoek is gestart naar de risico's en zwakke plekken in de transportketen bij het gebruik van deze gassen tijdens transport van graan of diervoer.