In principe hebben in situ gegenereerde biociden een toelating nodig van het Ctgb College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden) om in Nederland gebruikt te mogen worden. Er gelden nu uitzonderingen voor ozon en voor bepaalde chloorverbindingen. Deze uitzonderingen vervallen zodra de Europese regelgeving hierover de Nederlandse regelgeving vervangt. Bedrijven die producten aanbieden waarvoor dit geldt, moeten tijdig een aanvraag indienen voor toelating onder de Biocidenverordening. Het Ctgb publiceerde een lijst met de producten waarvoor dit al is gedaan.

Een uitgebreide toelichting over de regels voor in situ gemaakte biociden en de overgang van de Nederlandse naar de Europese regels is te vinden op de website van het Ctgb. Hier vindt u ook de verwijzing naar de genoemde lijst met producten en de bijbehorende bedrijven.