Vlag Europese Unie

Op 19 en 20 juni 2024 was de 104de vergadering van bevoegde autoriteiten voor biociden (CA-meeting). Onderwerpen die onder andere besproken zijn:

  • aanpassing van de procedure voor ‘dezelfde biociden’;
  • beperken mogelijkheid wijzingen aan te vragen tijdens verlengingsprocedures toelatingen; 
  • aankondiging van de aanpassing van de verordening van ECHA European Chemicals Agency (European Chemicals Agency ) over aanvraagkosten; 
  • harmonisatie van zinnen voor risicobeperkende maatregelen; 
  • besluit implementatie richtsnoer Waterbehandeling; 
  • besluit werkwijze producttoelatingen voor in situ cases.

Voorstel herziening procedure voor de toelating van ‘dezelfde biociden’ (Same Biocidal Product)

De Europese Commissie gaat de lidstaten een voorstel voor de herziening van de ‘dezelfde biociden verordening’ voorleggen. Dit loopt via het Permanente Comité voor Biociden (SCBP). De Commissie gaf aan dat het doel is de verordening te versimpelen. Nederland steunt dit doel en zal voorstellen doen om de procedure bruikbaar en nuttig te houden voor zowel de industrie als de beoordelende instanties. Belangenbehartigers van de industrie hebben hun wensen aangegeven tijdens de vergadering.

Geen wijzigingsaanvragen meer tijdens de verlengingsprocedure voor de toelating van biociden

De lidstaten hebben tijdens de CA-vergadering besloten om alleen de indiening van een aanvraag tot verlenging van de toelating toe te staan onder dezelfde voorwaarden als die van de huidige toelating. Aanpassingen die via een wijzigingsaanvraag behandeld moeten worden, mogen niet meer toegevoegd worden aan een aanvraag voor verlenging. Nederland wil graag een pragmatischere optie waar kleine wijzigingen wel tegelijkertijd met de verlengingsaanvraag behandeld konden worden. Nederland kreeg hiervoor onvoldoende steun bij andere lidstaten. Verschillende aanvragen die door elkaar lopen met verschillende tijdlijnen zouden te onoverzichtelijk worden.

De brancheorganisatie Biocides for Europe uitte zorgen over de ‘market freeze’ die ontstaat in de periode rond de herbeoordeling van het biocide product door deze keuze. Volgens de belangenbehartiger remt dit innovatie. De Commissie en lidstaten streven naar een zo kort mogelijke ‘market freeze’. Dat is een van de redenen om deze procedures uit elkaar te halen. Hierdoor worden de deadlines beter gehaald.

Aanpassing van de verordening van ECHA European Chemicals Agency (European Chemicals Agency ) voor te betalen vergoedingen voor aanvragen (Fees Regulation)

De Europese Commissie kondigde de wijziging van de zogenaamde Fees Regulation aan. Dit volgt onder andere uit de Strategie voor Duurzame Chemische Stoffen. Dit heeft als doel de toekomstbestendigheid van ECHA te vergroten en de financiële positie te versterken. De vergoedingen worden gecorrigeerd voor inflatie. Daarnaast zijn er enkele kleine wijzigingen ten gunste van het midden- en kleinbedrijf.

Harmonisatie van zinnen voor risicobeperkende maatregelen

In CA-vergaderingen 103 en 104 is gesproken over het harmoniseren van de zinnen voor risicobeperkende maatregelen die een toelatinghouder kan gebruiken. De Coördinatie Groep (CG) van ECHA heeft de zinnen die nu gebruikt worden op toegelaten middelen verzameld en zal een opschoonactie houden om dubbele en onduidelijke zinnen uit deze lijst te verwijderen. Het doel is veilig gebruik van biociden te bevorderen en duidelijkheid te scheppen voor de aanvragers over welke zinnen acceptabel zijn. Nederland ondersteunt deze actie en heeft personele inzet aangeboden om deze opschoonactie uit te voeren.

Besluit implementatie richtsnoer Waterbehandeling

Na veel overleg is een besluit genomen over de implementatie van het richtsnoer Waterbehandeling. Dit richtsnoer moet het risico afdekken van bijproducten die gevormd kunnen worden als water met biociden wordt behandeld voor drinkwatergebruik. De lidstaten hebben afgesproken 1 april 2026 als implementatiedatum aan te houden. Het richtsnoer geldt vanaf dat moment voor nieuwe stoffen en stoffen die herzien worden. Stoffen die nu nog in het werkprogramma van de Biocidenverordening zitten hoeven nog niet te voldoen aan dit richtsnoer.

Nederland was kritisch op het voorstel van de Commissie en is bang voor een hoge werklast in verhouding met een laag risico. Om meer duidelijkheid te creëren wordt, op ons voorstel, het richtsnoer tegelijk ingevoerd voor biociden en gewasbeschermingsmiddelen.

Besluit over werkwijze producttoelatingen voor in situ cases

De lidstaten hebben overeenstemming bereikt over hoe om te gaan met in situ biocide producten. Hiervoor is een document vastgesteld tijdens de vergadering. Het document beschrijft de verschillende soorten in situ producten en welk onderdeel van het product beoordeeld moet worden. Nederland heeft veel input geleverd op dit stuk en is erg blij met het resultaat. We zijn van mening dat het document duidelijkheid schept voor zowel de aanvrager als de beoordelende autoriteit.

Overige onderwerpen:

  • De REACH-restrictie voor huid sensibiliserende stoffen in textiel werd besproken ten aanzien van de uitzondering voor werkzame stoffen in biociden. De grote meerderheid van de lidstaten, waaronder Nederland, geeft aan geen uitzondering voor biociden te willen en vinden de REACH-restrictie een beter instrument om de risico's van huid sensibiliserende stoffen te reguleren. 
  • In relatie tot de PFAS-restrictie zijn biociden besproken die werkzame stoffen bevatten die als PFAS zijn geïdentificeerd. Er zijn vijf PFAS-stoffen die op dit moment goedgekeurd zijn als werkzame stof onder de Biocidenverordening, die onder de restrictie vallen. Voor twee van deze stoffen zijn in Nederland in totaal vijf toelatingen voor biocide producten afgegeven.  
  • De Europese Commissie komt met een nieuw voorstel hoe om te gaan met MRLs voor biocide producten. Nederland is blij dat de Commissie hier duidelijkheid in wil scheppen, maar heeft nog enkele aanpassingen voorgesteld op het stuk. De Commissie komt met een nieuw voorstel. 
  • De Europese Commissie presenteert hun mededeling Leidende criteria en beginselen voor het begrip "essentiële toepassing" in EU Europese unie (Europese unie)-regelgeving over chemische stoffen. Dit heeft geen juridische werking zonder implementatie in wetgeving. Nederland stelt de vraag hoe deze criteria en beginselen de uitfasering van schadelijke stoffen in biociden helpt en ervoor zorgt dat schadelijke stoffen worden vervangen. De Europese Commissie geeft aan dat er financiën zijn voor onderzoek en ontwikkeling en dat dit een aandachtspunt is onder de huidige Biocidenverordening.

Disclaimer

 Aan dit verslag kunnen geen rechten worden ontleend. Voor wat betreft geciteerde documenten geldt dat altijd de laatste versie leidend is. De documenten bij de vergadering staan op het publieke gedeelte van CIRCABC.