Op 24 april 2019 heeft de regering vragen beantwoord van de Tweede Kamer over biociden. De reden voor de vragen is de overschrijding van oppervlaktewaternormen door permethrin, een werkzame stof in biociden. De vragen en antwoorden gaan over het gebruik van biociden door consumenten.

Vragen

De reden voor de Kamervragen is de ‘Rapportage meetresultaten gezamenlijk meetnet gewasbeschermingsmiddelen in het gebied van het Waterschap Drents Overijsselse Delta’. Naast vragen over gewasbeschermingsmiddelen stellen de Tweede Kamerleden in het bijzonder vragen over permethrin.

De reden hiervoor is dat bij het meetpunt Zwolle ’65 keer een normoverschrijding’ van een waterkwaliteitsnorm is gevonden. Hiernaast gaan de vragen over imidacloprid. Dit is verboden voor zaadcoating van suikerbieten, maar zit wel als biocide in mierenlokdoosjes. De Kamerleden willen meer zicht op het gebruik van biociden door consumenten.

Antwoorden

Bij de antwoorden staat een lijst van de biociden en de diergeneesmiddelen met de werkzame stof permethrin. Deze producten zijn bedoeld voor het voorkomen en de bestrijding van onder andere houtaantastende insecten, kruipende insecten, wespen en vlooien.

Verder geeft de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat aan dat het Ctgb College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden ) beoordeelt of producten voor het bedoelde gebruik veilig zijn. Hierdoor wordt het ene product wel en het andere product niet toegelaten. De staatsecretaris gaat ook in op analyse van de verkoopcijfers van biociden aan consumenten. Het rapport van het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) hierover wordt voor het zomerreces naar de Tweede Kamer gestuurd.