De Europese Commissie heeft de Nederlandse regering een brief gestuurd over de trage implementatie van de Biocidenverordening in Europa. De aanleiding hiervoor zijn het Europese verslag over de uitvoering van de Biocidenverordening en de resultaten van de zogenoemde fact finding mission. Hieruit blijkt dat het beoordelen van werkzame stoffen en biocide producten te traag verloopt. De staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (IenW (Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat)) heeft hierop in een brief geantwoord. Hij is het eens met de Europese Commissie dat inzet op de voltooiing van het beoordelingsprogramma erg belangrijk is. Daarnaast schrijft hij dat er aandacht nodig is voor verdere harmonisatie in Europa. Ook pleit hij ervoor de werklast tussen de EU (Europese unie)-lidstaten gelijker te verdelen.
Vragen van de Europese Commissie
De Europese Commissie (EC) vraagt de Nederlandse regering maatregelen te nemen om te garanderen dat de bij de implementatie betrokken bevoegde autoriteiten, zoals het Ctgb (College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden), hun rol goed kunnen vervullen. De EC verzoekt na te gaan of de financiering van het Ctgb op basis van bijdragen door aanvragers goed genoeg werkt. Tot slot vraag de EC welke maatregelen Nederland heeft getroffen in reactie op de brief.
Reactie Nederlandse regering
De staatssecretaris benadrukt dat het belangrijk is het beoordelingsprogramma zo snel mogelijk te voltooien. Voor Nederland is dit belangrijk omdat zo een gelijk speelveld met de rest van de Europese Unie ontstaat. De financiering van het Ctgb is volgens de staatssecretaris in principe goed geregeld, via bijdragen door de aanvragers. Als financieel knelpunt noemt hij wel de unietoelatingen waarbij het Ctgb niet de evaluerende lidstaat is. In dat geval kan het Ctgb namelijk geen bijdrage verhalen bij de aanvrager. Hij stelt dat het zou helpen als de Europese Commissie hier samen met het Ctgb en ECHA een oplossing voor zoekt. De capaciteit van Ctgb groeit mee met de vraag, voor zover dat haalbaar is. De bijdrage van Nederland aan de Europese beoordelingscapaciteit is al relatief groot.
Ook zijn er meer richtlijnen nodig voor een geharmoniseerde en efficiënte beoordeling. Nederland zal hieraan blijven bijdragen. De Commissie zou de uitwisseling van kennis voor het ontwikkelen van richtlijnen kunnen ondersteunen.
De staatssecretaris pleit voor zo min mogelijk wijzigingen in de regelgeving of wetenschappelijke inzichten die met terugwerkende kracht doorwerken, omdat dit vertraging oplevert. Nederland blijft proberen bij te dragen aan een versnelling van het beoordelingsproces, samen met ECHA, de EC en andere lidstaten. Het is goed en belangrijk dat de EC lidstaten steunt als deze onvoldoende kennis hebben. Dit zal het beoordelingsproces versnellen en de werklast beter verdelen over de lidstaten.
Meer informatie
De problematiek rond de implementatie van de Biocidenverordening is vermeld in de geannoteerde agenda van de Milieuraad van 6 oktober 2021 in Luxemburg.