Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden)) heeft in 2011 naamgevingsbeleid voor de handelsnaam van gewasbeschermingsmiddelen en biociden vastgesteld. Het naamgevingsbeleid geldt voor alle toelatingen in Nederland waarover het Ctgb een besluit tot toelating neemt. Het College heeft op een rijtje gezet voor welke besluiten dit geldt.

Het naamgevingsbeleid zegt dat een handelsnaam niet mag leiden tot verwarring bij de consument/gebruiker over de identiteit, de risico’s of de werking van het middel. Bij een aanvraag voor toelating wordt hier dus op gelet en het Ctgb beslist over het toestaan van de voorgestelde handelsnaam.

Het beleid geldt niet voor biociden die als Unietoelating worden toegelaten, daarvoor neemt de Europese Commissie een besluit tot toelating. Het beleid geldt ook niet als een biocide met een toelating volgens de vereenvoudigde procedure van artikel 25 BPR (middelen met een laag risicoprofiel) door andere lidstaten wordt toegelaten en beschikbaar komt op de  Nederlandse markt.

Kijk voor meer informatie en het overzicht op de website van het Ctgb.