Tijdens de CA-meeting van 25 juni jl. presenteerde Nederland een memo met zorgen over het verlopen van de termijn voor gegevensbescherming voor werkzame stoffen in biociden. Het gaat om werkzame stoffen die onderdeel uitmaken van het Werkprogramma. Acht andere landen ondersteunden de memo.

De deadline voor het Werkprogramma is al vaker uitgesteld en is nu vastgesteld op 31 december 2030. Voor de helft van het aantal werkzame stof-dossiers is de evaluatie ondertussen afgerond. De overige dossiers zijn nog steeds in behandeling.  In sommige gevallen zijn er verzoeken ingediend voor aanvullende gegevens.

Gevolgen

Het laten verlopen van de termijn voor gegevensbescherming terwijl de beoordelingen nog niet zijn afgerond benadeelt de bedrijven die investeerden in het krijgen van een goedkeuring. Tegelijkertijd beloont het bedrijven die hieraan niet hebben bijgedragen. Dit is volgens de betreffende lidstaten in strijd met het kompas voor concurrentievermogen van de Europese Commissie dat de innovatieve kloof wil dichten en investeringen en R&D wil stimuleren. Verder kan het zijn dat aanvragers hierdoor stoppen met het investeren in het aanleveren van de gevraagde gegevens en hun aanvraag intrekken. Hierdoor komt de beschikbaarheid van deze middelen mogelijk in gevaar.

Daarom dringen de betreffende lidstaten bij de Europese Commissie aan om het standpunt om de termijn voor gegevensbescherming niet te verlengen, te herzien.