Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW (Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat)) heeft gedetailleerd in beeld gebracht welke knelpunten overheids- en marktpartijen ervaren in het Nederlandse biocidenbeleid. Bij de uitgevoerde verkenningen is ook naar oplossingsrichtingen gevraagd. Een beleidsreactie op de verkenning volgt nog.
Staatssecretaris Heijnen (IenW (Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat)) bood op 8 juli 2022 in een Kamerbrief de eindrapportage van de beleidsverkenning biociden met twee onderliggende deelrapportages aan de Tweede Kamer aan. In de brief aan de Tweede Kamer zegt de staatssecretaris een uitgebreide beleidsreactie toe voor het einde van 2022. Deze reactie gaat samenhangen met het toegezegde programmaplan voor het meerjarig Impulsprogramma Chemische Stoffen. Over dit Impulsprogramma schreef de staatssecretaris op 3 juni 2022 in een begeleidende Kamerbrief bij de Evaluatie ZZS-Emissiebeleid 2016-2022.
Overstijgende analyse
Het eindrapport analyseert alle resultaten van de verkenningen en de daarop volgende schriftelijke peilingen en bijeenkomsten. Volgens de onderzoekers komt uit het project een duidelijk gevoel van urgentie naar voren. Zij denken dat de grote hoeveelheid knelpunten en oplossingsrichtingen om een programmatische aanpak vraagt. Voor de uitvoering van verbeteringen is samenwerking met veel partijen essentieel. Omdat er Europees biocidenbeleid is, is een gerichte en strategische inzet in Europees verband volgens de auteurs noodzakelijk.
Aangedragen knelpunten
Er is een apart deelrapport over de knelpunten die marktpartijen ervaren: ‘Verkenning marktpartijen biocidenbeleid’. De vanuit de marktpartijen aangedragen knelpunten zijn ingedeeld in zes clusters:
- Een suboptimaal regulatoir klimaat voor (innovatie van) biociden
- Onvoldoende bescherming van ‘eigendomsrechten’
- Niet-adequaat geregelde plaagdierbeheersing
- Risico’s bij toepassing door ‘kleine gebruikers’
- Knelpunten bij agrariërs
- Onvoldoende bescherming tegen (cumulatieve) effecten
In het rapport zijn bij deze clusters de gesuggereerde oplossingsrichtingen opgenomen.
Ook voor de knelpunten die overheidsinstanties ervaren, is er een apart deelrapport: ‘Beleidsverkenning biociden overheidspartijen’. De vanuit overheidspartijen aangedragen knelpunten zijn ondergebracht in acht clusters:
- Ontbrekend actueel biocidenbeleid
- Een suboptimaal regulatoir klimaat voor (innovatie van) biociden
- Grensvlakproblematiek bij ontwikkeling en op de markt brengen van biociden
- Grensvlakproblematiek bij handel in en toepassing van biociden
- Onvoldoende kennis en (borging van) deskundigheid
- Moeilijk handhaafbare regelgeving
- IPM (Integrated Pest Management) (Integrated Pest Management) niet goed geregeld
- Specifieke beleidsthema’s (bestrijding invasieve exoten, circulaire economie)
De aangedragen knelpunten en oplossingsrichtingen kunnen leiden tot bouwstenen voor nieuw biocidenbeleid.
Aanpak beleidsverkenning biociden
Bureau KLB voerde de verkenning van knelpunten en oplossingsrichtingen uit. Het bureau heeft marktpartijen geïnterviewd en hen gevraagd om schriftelijke bijdragen. Daarna voerde bureau KLB een verkenning onder overheidspartijen uit. Op basis van deze twee verkenningen zijn schriftelijke peilingen en bijeenkomsten gehouden met de deelnemers vanuit de markt- en overheidspartijen. De aangedragen oplossingsrichtingen zijn bij de peilingen en bijeenkomsten gedeeld. Het doel hiervan was om na te gaan welke oplossingsrichtingen wenselijk en kansrijk zijn en wie bij de uitwerking een rol zou kunnen spelen. De opbrengst van alle verkenningen is terug te vinden in het eindrapport.