Het Ctgb College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden) heeft de indeling van wijzigingsaanvragen voor biocidentoelatingen onder Nederlands overgangsrecht aangepast. De nieuwe indeling is volgens Uitvoeringsverordening (EU Europese unie (Europese unie)) Nr. 354/2013 en heeft als doel de indeling eenvoudiger te maken en om het te harmoniseren met de rest van de EU.

Wijzigingsaanvragen zijn aanvragen waarbij een verzoek wordt ingediend voor aanpassing van een reeds bestaande biocide toelating. Onder Nederlands overgangsrecht bestonden zeven typen wijzigingsaanvragen voor biociden. Dat is nu aangepast naar drie:

  • Administratieve wijzigingen (WBA)
  • Kleine wijzigingen (WBK)
  • Belangrijke wijzigingen

De mogelijkheid om met één verzoek administratieve aanpassingen door te voeren voor een reeks toelatingen blijven intact voor toelatingen onder overgangsrecht. Het gaat dan bijvoorbeeld om het wijzigen van het adres van de toelatinghouder. Dit is in tegenstelling tot toelatingen onder de Biocidenverordening (BPR). Hier moet per toelating een aanvraag voor wijziging ingediend moet worden.

De aanpassing is ingegaan per 1 januari 2021. In november heeft het Ctgb College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden) aangepaste aanvraagformulieren voor administratieve en kleine wijzigingen op de website beschikbaar gemaakt. De veranderingen hebben geen invloed op de kosten voor een wijziging.

Meer informatie over de procedures voor wijzigingsaanvragen onder overgangsrecht is te vinden op de website van het Ctgb.