Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft de aanwijzing om de toepassing van ‘in-situ stikstof’ ter bescherming van cultureel erfgoed niet te handhaven verlengd. Er blijkt meer tijd nodig te zijn voor een toelatingsbesluit. Daarom heeft het ministerie de aanwijzing verlengd tot en met 31 december 2024. De verwachting is dat binnen deze periode de toelating is verleend. 

‘In-situ stikstof’ 

‘In-situ stikstof’ is stikstof die op de plek van toepassing uit de aanwezige lucht wordt geïsoleerd en opgeslagen. De stikstof wordt vanuit deze opslag getransporteerd naar de ruimte met de objecten die geconserveerd moeten worden. 

Toelating 

Musea met kwetsbare historische en hedendaagse collecties van onder andere schilderijen maken gebruik van ‘in-situ stikstof’ om insecten te bestrijden. Deze toepassing valt onder de regels van de Biocidenverordening, maar kan niet als biocide worden toegelaten. De werkzame stof ‘in-situ stikstof’ is niet goedgekeurd en wordt niet verdedigd in het Europees werkprogramma voor stoffen onder de Biocidenverordening. Geschikte alternatieven voor met name de gevoelige collecties zijn er niet.  
 
Daarom is de Europese Commissie gevraagd toe te staan dat ter bescherming van cultureel erfgoed voor ‘in-situ stikstof’ een nationale toelating mag worden verleend op basis van artikel 55(3) van de Biocidenverordening. De Commissie gaf deze toestemming. Zie voor meer informatie over deze toestemming het KNB-nieuwsbericht van december 2020.