Het Comité voor biociden (BPC) vergaderde eind november 2021 over hun advies inzake de goedkeuring van de werkzame stof cyaanamide. De BPC stelde in hun opinies vast dat er geen conclusie kon worden getrokken of de werkzame stof in productsoort 3 en 18 kan worden goedgekeurd of niet kon worden goedgekeurd. Dit is de eerste keer dat de BPC vaststelt dat zij niet tot een conclusie kan komen. 

Cyaanamide is beoordeeld als werkzame stof in biociden voor gebruik in productsoort 3 en 18. Al in 2016 werd in een BPC-opinie vastgesteld dat de stof voldeed aan de (toen) interim criteria voor hormoonverstorende eigenschappen. In 2017 zijn wettelijke criteria voor het vaststellen van hormoonverstorende eigenschappen gepubliceerd en is een richtsnoer opgesteld voor de beoordeling hiervan. De Europese Commissie heeft ECHA gevraagd het dossier cyaanamide nogmaals te beoordelen aan de hand van deze criteria. In de opinie van de BPC (december 2019) werd bevestigd dat de stof aan de criteria voor hormoonverstorende eigenschappen voldeed. De Europese Commissie heeft ECHA in 2020 verzocht om hiervan de consequenties nader te onderzoeken. Ditmaal met de vraag een conclusie te trekken over de hoogte van de risico's die de hormoonverstorende eigenschappen van cyaanamide met zich meebrengen en of deze effecten al dan niet aanvaardbaar geacht worden.  

Geen veilige drempelwaarde 

De conclusie van de risicobeoordeling was dat er geen veilige (drempel)waarde voor de hormoonverstorende eigenschappen van cyaanamide voor mens en milieu kan worden vastgesteld. Dit maakt een kwalitatieve en kwantitatieve risicobeoordeling op dit aspect onmogelijk voor mens en milieu. Volgens de BPC kan wel worden vastgesteld dat de stof voldoet aan de criteria voor uitsluiting uit de biocidenverordening (BPR). Vervolgens is het de BPC niet gelukt om te bepalen of de effecten wel of niet aanvaardbaar zijn voor de mens (het brede publiek) en het milieu bij toepassing van een biocide met deze stof erin. 

Het Permanent Comité voor Biociden (SCBP) adviseert de Europese Commissie over de feitelijke goed- of niet-goedkeuring van elke werkzame stof. Zij doen dit mede op basis van de BPC-opinie. Hoe deze procedure in dit geval afloopt, is nog niet bekend.