Bij de aanvraag voor de toelating van een biocidenfamilie van desinfectiemiddelen hoeft vaak nog maar één middel uit de familie te worden getest op werkzaamheid. Dit middel moet een representatief ‘worst case’ middel zijn. Het Comité voor Biociden (BPC) van ECHA heeft een geharmoniseerde aanpak vastgesteld om dit worst-case middel te bepalen.

Het worst-case product is over het algemeen het product met:

  1. de laagste concentratie van de werkzame stof,
  2. de laagste concentratie van co-formulanten (hulpstoffen) die de werkzaamheid verbeteren,
  3. de hoogste concentratie van co-formulanten (hulpstoffen) die de werkzaamheid verslechteren en
  4. fysisch-chemische eigenschappen heeft die de werkzaamheid verslechteren.

Om de keuze voor het worst-case product te onderbouwen zijn zogenoemde bridging studies nodig. Het BPC heeft een geharmoniseerde aanpak gepubliceerd die aanvragers helpt om een worst-case product te bepalen en om de bridging studie te ontwerpen.