Nederland wil zich in Europa inzetten voor meer duidelijkheid over het grensvlak tussen de Biociden- en de Gewasbeschermingsmiddelenverordening voor desinfectiemiddelen ter voorkoming van plantenziekten. Nu worden vaak biociden ingezet als hygiënemaatregel. Deze middelen hebben in de toekomst mogelijk een toelating nodig als gewasbeschermingsmiddel. De Nederlandse inzet is dat preventie als eerste stap van Integrated Pest Management hierdoor niet in de knel komt.

Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) besteed in haar ‘Uitvoeringsprogramma Toekomstvisie gewasbescherming 2030’ ook aandacht aan biociden. Het gaat specifiek om biociden voor desinfectie in bijvoorbeeld kassen en voor gereedschappen in de landbouw. Deze hebben in de toekomst mogelijk een toelating nodig als gewasbeschermingsmiddel. De ministeries van LNV en IenW Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat) (Infrastructuur en Waterstaat) gaan met het Ctgb College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden) en de sector in gesprek over specifieke toepassingen die hierdoor dreigen te verdwijnen. Indien nodig willen de ministeries extra inzetten op alternatieven of het indienen van een gewasbeschermingsdossier voor bestaande biocidetoepassingen. Ook wil men bekijken hoe het gebruik van studies, dossiers, beoordelingen en toelatingen voor biociden en gewasbeschermingsmiddelen over er weer kan worden vergemakkelijkt.

Ga naar het Uitvoeringsprogramma Toekomstvisie gewasbescherming 2030