Na goedkeuring van de werkzame stof in Europa zal voor elk individueel systeem (bijvoorbeeld in situ gegenereerd actief chloor uit natriumchloride van firma X) een toelating als biocide aangevraagd moeten worden. Dat kan op nationaal of op Europees niveau gebeuren. Uitleg over de verschillende typen in situ biociden en hun toelating vindt u onder de vier knoppen.

Uitleg van enkele veelgebruikte termen.

Bij de toelating van in situ gegenereerde biociden bestaan de volgende categorieën:

Het biocide ontstaat spontaan na het mengen van twee of meer precursors of formuleringen met precursors. Er wordt geen gebruik gemaakt van een apparaat. De precursors worden toegelaten als het biocide.

Een voorbeeld is de vorming van actief broom uit natriumbromide en natriumhypochloriet.

Het biocide wordt gevormd door het gebruik van één of meer precursors of formuleringen van precursors in een apparaat. De precursors worden toegelaten als het biocide.

Een voorbeeld is koper- en zilverionen gegenereerd uit koper- en zilverelektroden. De elektroden worden op de markt gebracht en zijn de precursors voor de werkzame stoffen, koperionen en zilverionen. Toegelaten wordt in dit geval de precursor, dus koper en zilver in de vorm van specifieke elektroden van een bepaalde leverancier. De fabrikant kan er voor kiezen om een specifiek apparaat (of serie apparaten) op te laten nemen in de voorschriften.

Het biocide is gebaseerd op een coating of mengsel dat een of meerdere katalysatoren bevat en waaruit bij activatie vrije radicalen gevormd worden. Verder geldt:

  • De radicalen moeten worden gevormd uit componenten in de directe omgeving van de coating of het mengsel, zoals water en lucht.
  • De katalysator is onmisbaar voor de in situ vorming. De vorming van radicalen wordt alleen gestart door de geactiveerde katalysator.
  • De coating of het mengsel met katalysator krijgt de toelating als biocide, niet de vrije radicalen.

Een voorbeeld van een coating/mengsel zijn verven met titaniumdioxide als katalysator, die onder invloed van UV licht vrije radicalen uit lucht of water genereren. De radicalen zorgen dat het oppervlak van de verf gedesinfecteerd blijft. De verf met titaniumdioxide wordt toegelaten als het biocide.

Het biocide is een systeem waarbij een in situ werkzame stof gevormd wordt uit een precursor (of formulering met precursor) en een apparaat waarvan de precursor (of formulering met precursor) niet op de markt gebracht wordt voor biocide doeleinden. De in situ gegerereerde werkzame stof krijgt de toelating. De fabrikant kan er voor kiezen om een specifiek apparaat (of serie apparaten) op te laten nemen in de voorschriften.

Voorbeelden zijn: ozon dat gegenereerd wordt uit lucht en actief chloor, gegenereerd uit zeewater.

Onder categorie vier vallen ook biociden die vrije radicalen genereren met een katalysator, die niet onder categorie drie vallen. Vrije radicalen die met een katalysator worden gevormd vallen in categorie 4 als geldt:

  • De radicalen moeten worden gevormd uit componenten in de directe omgeving van de coating of het mengsel, zoals water en lucht.
  • De katalysator(en) is/zijn onmisbaar voor de in situ vorming. De vorming van radicalen wordt gestart door de geactiveerde katalysator.
  • De katalysator(en) is/zijn geen onderdeel van een mengsel dat zelf een biocide intentie heeft (biocide in categorie 3).

De vrije radicalen krijgen de toelating als biocide.

Een voorbeeld is: vrije radicalen, gevormd uit lucht of water met een katalysator, ingebouwd in een plastic object.

Omdat de vorming van vrije radicalen afhangt van het gebruik van (een) katalysator(en) of van een apparaat/onderdeel dat de katalysator(en) bevat, moeten deze voldoende uitgebreid worden beschreven, bijvoorbeeld met betrekking tot werkzaamheid, werkingsmechanisme, identiteit van de katalysator(en), enzovoort.

Onder overgangsrecht zijn er nog twee uitzonderingen voor in situ gemaakte biociden, die geen toelating nodig hebben. Het gaat om ozon en chloorverbindingen. Meer informatie vindt u op de website van het Ctgb.